Wat doe je als je steeds opnieuw de vraag ‘Wat vind jij?’ van je medewerkers hoort? Geef je een kordaat antwoord of vraag je om mee te denken naar opties?
In verband met het coronavirus was bij Tiny de afspraak dat bewoners niet meer mogen terugkeren als ze het wooncomplex hebben verlaten. Een van de bewoners kreeg spijt. Een medewerker kwam bij Tiny en vroeg of de bewoner mocht terugkeren.
Klip en klaar
‘Wat vind jij?’, was de vraag.
Voor Tiny wilde geen mensenlevens op het spel zetten. Ze maakte duidelijk dat het niet kan.
Zelfregie bevorderen
Maar er zijn tal van situaties dat de vraag ‘Wat vind jij? geen antwoord verdient, maar een vraag.
Je loopt namelijk het risico dat jij steeds antwoorden geeft op vragen die door medewerkers zelf opgelost kunnen worden. In zo’n gevallen gaan jouw kordate antwoorden ertoe leiden dat medewerkers afhankelijk van je worden. Als je zelfregie wilt bevorderen, bereik je dus het tegenovergestelde.
Welke opties zie je zelf?
Het antwoord op de vraag ‘wat vind jij?’ is dan geen antwoord, maar de vraag: ‘welke opties zie jezelf?’ Zo start je een verkenning, die de medewerker eerst zelf maakt.
De ene ‘wat vind jij?’ is de andere niet. Soms is een kordaat antwoord nodig. Vaak volstaat deze eenvoudige tegenvraag: ‘Welke opties zie jezelf?’
Lees ook
Hoe je met snelle oplossingen verbinding verliest